Kamp Wietmarschen
In deze kampen stierven krijgsgevangenen aan ondervoeding en ziekte. In het Emsland en het aangrenzende graafschap Bentheim bevonden zich in totaal vijftien van dergelijke zogenaamde Emslandkampen. Ze werden gebouwd door de nationaalsocialisten en dienden als straf- en krijgsgevangenenkampen. Voordat de rechterlijke macht het kamp bezette, werden in de zomer van 1938 enkele barakken ontmanteld en naar de Palts getransporteerd, waar gevangenen werden ingezet voor dwangarbeid bij de bouw van versterkingen aan de Westwall. Nadat de barakken waren teruggebracht, werd de wederopbouw van het kamp in mei 1939 voltooid. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het kamp niet langer gebruikt als verblijfplaats voor gevangenen. Na het uitbreken van de oorlog in september 1939 nam het opperbevel van de Wehrmacht het kamp over als krijgsgevangenenkamp en wees het toe als nevenkamp bij het hoofdkamp voor krijgsgevangenen VI C Bathorn. In 1939 was het een doorgangskamp voor Poolse en West-Europese krijgsgevangenen. Vanaf 1941 werd het complex bewoond door 2.700 Sovjetkrijgsgevangenen. Vooral Sovjetkrijgsgevangenen werden wreed behandeld vanwege de nationaalsocialistische raciale ideologie. De slechte voeding en hygiënische omstandigheden in de overvolle barakken eisten talloze slachtoffers. Nadat de ontginningswerkzaamheden in 1941 werden stopgezet, zette de Duitse leiding steeds vaker krijgsgevangenen in voor de landbouw en industriële bedrijven – vooral in de veen-, klei- en steenfabrieken. Tegenwoordig is er geen spoor meer te vinden van het kamp Wiemarschen: op deze plek, die tegenwoordig tot de gemeente Wietmarschen behoort, ontstond de nederzetting Füchtenfeld. Na het einde van de oorlog dienden de barakken van het kamp als eerste onderkomen voor ontheemden en gebombardeerden, die hier tijdelijk werden ondergebracht. Er werd zelfs een klein barakkerkje opgericht.
Die:
Stichting Herdenking Esterwegen; Bernd Faulenbach en Andrea Kaltofen (2019): Hell in the Moor: The Emsland Camps 1933-1945, 3e editie
Meer informatie over de oorlogsgraven en de kampen vindt u bij het Esterwegenmonument (www.gedenkstaette-esterwegen.de).